Scrollend op het internet kwam ik een stuk tegen. Een stuk waarmee donorkinderen zodra ik dit deel waarschijnlijk in de toekomst vaak dit als vergelijking kunnen gaan gebruiken. Het gaf mij in ieder geval een goed gevoel om te lezen dat ik niet de enige ben die zo de wereld ziet.
‘’Appels zijn een vrucht. Een complete zin. Een verklaring. Een feit. Dat appels een vrucht zijn, verandert niets voor de banaan of de sinaasappel. De banaan is niet minder een vrucht, want de appel is er ook één. De vruchtbaarheid van de vrucht wordt niet verminderd doordat de appel ook een vrucht is. Terwijl je de proclamatie van appels als fruit las, voelde je waarschijnlijk niet de drang om de uitspraak te kwalificeren. Je had waarschijnlijk niet het gevoel dat er ander fruit moest worden verdedigd. U dacht waarschijnlijk niet dat er nog iets anders aan de zin moest worden toegevoegd om er een volledige gedachte van te maken.’’ —Claire Saccardi
In de psychologie bestaat er concept genaamd Zero-sum thinking. Het verwijst naar de perceptie dat een situatie als een zero-sum spel is, waarbij de winst van een persoon duidt op het verlies van een ander. De erkenning van de biologische moeder of vader neemt niets weg van de niet-biologische moeder of vader die je heeft opgevoed. Te veel ouders (en soms ook donorkinderen) zijn bang dat als ze contact maken met of erkennen hoe belangrijk het is om het te weten, of zelfs een 'donor' een genetische/ biologische moeder/ vader/ ouder noemen, dit op de één of andere manier het belang van de niet-biologische ouder zal verminderen.
Wanneer mensen die met behulp van een donor zijn verwekt, de mogelijkheid hebben om voorheen onbekende genetische familieleden in hun leven op te nemen (bijv. Biologische ouders, biologische grootouders of halfbroers en halfzussen), neemt dat op geen enkele manier iets weg van de familie die hen grootbrengt en liefheeft. Wanneer eiceldonoren en spermadonoren in contact komen met kinderen die zijn geboren uit hun donaties, vormt dit geenszins een bedreiging voor de integriteit van hun bestaande gezin. De een bedreigt, verkleint, vervangt of ontkracht de ander niet. Door familieleden van donoren in ons leven op te nemen, wordt ons idee van familie vergroot en vergroot. Als je je dit eenmaal realiseert, kun je erkennen dat deze verbindingen gevierd kunnen worden in plaats van gevreesd. Dat je mensen hebt die je misschien jaren niet kende wel voor rest van je leven er zijn als je ze nodig hebt. Je zal samen kunnen groeien en een weg kunnen vinden het leven.
Hoe je ze allemaal gaat noemen en hoe je naar ze refereert dat blijft altijd de keuze van het donorkind. En het is zeker niet aan de ouders om dit beslissen. Ik noem mijn ouders donor over het algemeen mijn vader. Maar dat is door de jaren heen ook veranderd. Het was ooit, donor, donorvader, biologische vader. Mensen leerde mijn verhaal kennen en ik hoefde niet meer uit te leggen dat het om een donorvader gaat. Ik heb een goede band met hem gekregen afgelopen jaren en het maakt mij heel blij dat ik hem mijn vader kan noemen. Want hij is namelijk ook de enige vader die ik heb. Hij neemt geen plek in van mijn moeders. Hij is gewoon een heel erg mooie extra. Hetzelfde geldt als ik het over mijn halfbroers en halfzussen heb. Over het algemeen als ik met mensen praat over hen dan refereer ik naar ze als mijn halfbroers en halfzussen. Een enkeling die mij echt diep bij het hart ligt maakt het mij niet uit of ik hen een halfbroer, broer of halfzus, zus noem. Ik bedoel de mensen waar ik mee erover spreek die weten wat mijn verhaal is en dat ik 1 vol genetisch zusje heb waarmee ik ben opgegroeid. Het neemt niks van haar weg. Al heb ik het gevoel dat ze daar soms bang voor is. Elke appel, de rode, de groene en de rotte appels ze zijn allemaal een onderdeel van mijn boom. Gewoon een normale boom maar met extra veel appels aan de extra takken.
Bijna al mijn halfjes, op 1 na op het moment komen van ouders die van origine als lesbisch stel kinderen hebben gekregen. Tot nu toe zie ik bij het halfje waar deze situatie is dat dit halfje alles nu voor zijn ouders geheim houdt. Maar dit halfje wist ook niet vanaf het begin dat de vader waar mee opgeroeid was niet de biologische vader was. Dit halfje heeft onze biologische vader nog niet ontmoet maar dit halfje is letterlijk meer een dubbelganger van ons onze vader dan ik dat ben. Dat vindt diegene heel interessant om te zien.
Wellicht is het makkelijker om je vader in je leven te passen wanneer je bent opgevoed door twee moeders. Heb je ook halfjes van wie de juridische vader onvruchtbaar was? Hoe is het voor hem als de biologische vader in het leven van het kind komt?