top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJoëlle de Boer

Mijn grootouders, hoe ze mij maakte tot de persoon wie ik ben


Ik zag mijn grootmoeders overlijden voor mijn ogen. Ik heb verdriet gehad en ik heb gerouwd om hun verlies. Mijn eerste grootmoeder overleed toen ik 2 jaar en 8 maanden oud was. Ze heten ‘’Kleine’’ oma Lenie. Ze begreep in het begin niet waarom mijn moeder met een vrouw ging trouwen en kinderen ging krijgen. Totdat ze mij in haar armen kreeg en op een roze wolk zat. Ze was een vrouw met straatvrees. Ze wilden weer de straat om mij te gaan bezoeken. En daar kwam ze dan elke week naar de markt vanuit Amsterdam met de bus. Na het overlijden van haar man, mijn opa. Ik heb hem niet getekend maar van de verhalen die mij verteld zijn over hem was het een man waar je op kan bouwen. De man waarna ik vernoemt ben. En dan heb je ook nog oma Cieske. Ze woonden samen met mijn opa 1 kilometer van mij vandaan. Toen mijn ouders naar Hoofddorp verhuisden omdat ze kinderen kregen zijn mijn grootouders na het overlijden van mijn overgrootmoeder naar hoofddorp verhuisd. De grappige verhalen hoe dat gegaan is kunnen mijn opa en mijn ouders nog steeds na vertellen. Wat veel mensen niet weten is dat ik in het begin dat mijn ouders gingen scheiden, ik een gedeelte van de week bij mijn grootouders woonden. Mijn zusje en ik sliepen in de logeerkamer. Daar zat ik dan. Ik was pas net 9 jaar oud. Met een zusje van net 6 jaar oud. Ze probeerden er allemaal voor te zorgen dat ons leven zo gewoon mogelijk verliep. We hadden onze eigen knuffels daar en zelfs een mini tv zodat mijn zusje en ik samen tv konden kijken. In die tijd leerden ik mijn opa en oma beter kennen. Ze vertelden mij alles over zichzelf wanneer ik ze vragen stelden over vroeger. Ik leerden ze kennen als personen en niet per se als de zoete opa en oma waar een kleinkind wel eens langs gaat. En daar ben ik erg dankbaar voor.

Ik realiseerden mij in het begin vroeger nooit dat achter mijn vader ook nog 2 ouders staan waardoor ik de genen heb die ik heb gekregen. Met deze mensen deel ik evenveel genen met mij als mijn biologische grootouders. Zij delen genen met mij en 1 paar van mijn grootouders die delen niet eens 1 DNA-cel met mij.

Hierdoor besefte ik dat ik 3 paar grootouders heb. 3 opa’s en 3 oma’s. 1/2 deel van mijn grootouders zijn hier nu nog op aarde. 1/3 ervan, mijn opa is de enige waarmee ik nu contact heb. Hij is echt erg belangrijk voor mij. Als hem iets zou overkomen dan zal ik niet weten hoe lang ik uit de running ben. Hoe lang ik zal moeten rouwen. Hij is de enige man in mijn leven waar ik als kind naar opkeek. Ik houd zo erg veel van mijn opa. Rouwen ga je als mens vaak in je leven vaak meemaken. Maar sinds kort ken ik door de internationale community voor donorkinderen een ander soort rouwproces. Rouw wordt beschreven als een emotionele reactie als gevolg van een verlies. Als donorkind wordt bij je geboorte gescheiden van 1 of beide biologische ouders. Waarna je ook eigenlijk gescheiden wordt van je biologische familie.

Sinds 13-jarige leeftijd heb ik het donorpaspoort wat mijn vader jaren geleden invulden. Dit document gaf mij houvast. Ik wist helemaal niks over mijn vaderskant van de familie voor jaren. Totdat ik het donorpaspoort onder ogen kreeg. Er stond in hoe mijn grootouders er uit zagen, welk geloof ze hadden en mijn vader schreef bijna zijn hele bestaan op op de laatste pagina van het donorpaspoort genaamd zelfomschrijving. Waar zijn jeugd met zijn broertje en ouders in stond beschreven. Sinds ik zo open was begin van het jaar met mijn verhaal in de media weet mijn vaders ouderlijk gezin het ook van mijn bestaan af. Mijn oom heb ik ontmoet. Mijn grootouders ja die ‘’zijn er nog niet klaar voor’’ zoals mijn vader en oom het beschrijven. Ze wisten dat hij donor was geweest. Niet vanaf het begin, dat kan de shock zijn geweest. En ook het aantal omdat ze dat niet wisten zover ik weet. Totdat ik in parool terecht kwam met het verhaal van mijn halfbroers en zussen en het verhaal bekend werd in de media. Mijn grootouders hebben het verhaal gelezen in de krant. Ze weten mijn verhaal, kunnen van alles over mij lezen op het internet aka mijn website. En ik? Ik ben weet een klein beetje wat basisinformatie van hen van wat mijn oom en vader mij verteld hebben. Ik ben er blij mee maar ik heb daarnaast zoveel vragen. Sinds ik een foto van hen had gezien werden ze pas echte personen. Ik kon mij vroeger nooit voorstellen dat mijn grootouders nog zouden leven als ik mijn vader had ontmoet. Ze zijn nog steeds in leven. En na het bijna 3 jaar kennen van mijn vader heb ik ze nog steeds niet ontmoet. En ik weet dat ze weten dat ik open sta voor contact. Ik denk niet dat ze weten hoe pijn het mij doet.

Het is denk ik niet eens pijn. Het is moeilijk te beschrijven. Het is een soort rouw zoals het in de donorkind community wordt beschreven. Dat ik weet dat ik ze waarschijnlijk nooit ga ontmoeten. Of nou ja heel waarschijnlijk. Ik houd nog hoop. Ik zal ze waarschijnlijk nooit de vragen kunnen stellen die ik kon stellen aan mijn grootouders die mij verzorgd hebben in de tijd mijn ouders hun scheiding. Zoals wat hun hobby’s waren als kind. Hoe het was toen hun verliefd werden op elkaar. Hoe hun leven was op het boerenland vroeger. En hoe waren mijn vader en oom vroeger als kinderen. Hoe ze zelf als kinderen waren en alle vragen over onze voorouders die ze gekend hebben. Het is moeilijk om te bedenken dat ik misschien op een dag een appje van mijn vader zal krijgen met het bericht dat mijn grootouders ziek zijn of overleden zonder dat ik ze ooit ontmoet heb...


bottom of page